Wat is vruchtgebruik?
Leestijd: 5 minutenVruchtgebruik geeft het recht om bezittingen die van iemand anders zijn te gebruiken of de ‘vruchten’ daarvan te genieten. Zo kan vruchtgebruik bijvoorbeeld betekenen dat iemand in het huis van een ander mag wonen, of de rente van de bankrekening van iemand anders voor zichzelf krijgt.
Een belangrijk uitgangspunt daarbij is dat de goederen waarvan het vruchtgebruik wordt genoten zelf in stand blijven: het huis moet blijven bestaan. Behalve als uitdrukkelijk is toegestaan dat de goederen (mogen) worden verbruikt. In het voorbeeld: als ook het saldo van de bankrekening gebruikt mag worden, naast de rente.
Ook is een belangrijk uitgangspunt dat de eigendom van die goederen blijft bij degene van wie het huis of het banksaldo al was, of die de eigendom krijgt, bijvoorbeeld door een testament.
Terminologie: vruchtgebruiker en hoofdgerechtigde
Lees verderVruchtgebruiker: degene die de bezitting(en) mag gebruiken
Hoofdgerechtigde: degene die eigenaar is van de bezitting(en)
Recht van vruchtgebruik
De wet kent verschillende termen rond het vruchtgebruik, die niet altijd even bekend zijn. De persoon die het recht van vruchtgebruik heeft, wordt wel vruchtgebruiker genoemd. Degene die eigenaar is van het goed waarop het vruchtgebruik ziet, wordt hoofdgerechtigde genoemd. Voorheen werd de term ‘bloot eigenaar’ gebruikt.
Vruchtgebruik is een beperkt recht. Tijdens de duur ervan maakt het een inbreuk op het eigendomsrecht. Anders gezegd, wordt het eigendomsrecht tijdens de duur van het vruchtgebruik beperkt of bezwaard. De eigenaar moet dus accepteren dat zijn recht niet volledig is. Als het vruchtgebruik eindigt, wordt het eigendomsrecht weer een volledig recht: een onbezwaard recht.
Een voorbeeld:
Jan is getrouwd met Anneke. Zij hebben samen geen kinderen. Jan wil Anneke verzorgd achter laten, en wil dat zijn vermogen uiteindelijk naar een goed doel gaat. Jan bepaalt in zijn testament dat het goede doel eigenaar (hoofdgerechtigde) wordt van zijn beleggingsportefeuille en dat Anneke daar het vruchtgebruik over krijgt. Anneke is de vruchtgebruiker en krijgt de dividenden; die mag zij naar eigen inzicht gebruiken.
Alleen Jan ook bepaald heeft dat Anneke ook (delen van) de portefeuille zelf mag gebruiken, mag zij ook de beleggingen zelf gebruiken.
Wanneer vruchtgebruik?
Wanneer kom je vruchtgebruik tegen? In de praktijk zie je veel vruchtgebruik situaties als gevolg van een overlijden. In een testament is dan vastgelegd dat de ene partij het eigendom krijgt van bepaalde goederen en dat een andere partij gedurende een bepaalde periode het vruchtgebruik van die goederen heeft.
De reden voor het instellen van vruchtgebruik kan zijn dat iemand wenst dat zijn of haar eigen kinderen uiteindelijk het vermogen zullen ontvangen, maar dat een langstlevende partner, die niet tevens de ouder van de kinderen is, tot zijn of haar overlijden van die zaken mag genieten.
Vruchtgebruik ontstaat door vestiging of verjaring. De vestiging gebeurt vaak bij notariële akte. Dat kan bijvoorbeeld in een testament zijn, een schenkingsakte of een akte inzake verkoop van de eigendom. De verjaring houdt in dat een situatie die feitelijk gelijk is aan het vruchtgebruik, lang genoeg voortduurt. Wat lang genoeg is, hangt af van de situatie.
Vruchtgebruik en het testament
Een probleem dat in de praktijk nog wel eens speelt is de vraag wanneer het vruchtgebruik nu eigenlijk ontstaat. Hiervoor hebben we gezien dat het ontstaat door vestiging of door verjaring. In de praktijk is vestiging niet snel na het overlijden aan de orde. De akte wordt vaak pas vele maanden na het overlijden opgemaakt. In een testament staat echter vaak vermeld dat het vruchtgebruik in gaat op de dag van overlijden. Dat lijkt zich niet goed met elkaar te verhouden. Strikt juridisch bezien strookt dat ook niet met elkaar.
Dat wordt vaak opgelost door ervanuit te gaan dat het vruchtgebruik formeel pas ontstaan is bij de vestiging, maar dat er contractueel van moet worden uitgegaan dat het vruchtgebruik direct gold vanaf de dag van het overlijden. Er moet dus op die basis worden afgerekend.
Vruchtgebruik verzoeken bij de rechter
Wat hiervoor aan de orde was, is het testamentaire vruchtgebruik. Als er geen testament is, of er is geen vruchtgebruik opgenomen in het testament, dan is het soms mogelijk om de kantonrechter te vragen in een vruchtgebruik te voorzien. Zo’n verzoek kan bijvoorbeeld worden ingediend door een echtgenoot van overleden persoon die de verzorging van zijn of haar partner niet goed genoeg heeft geregeld. Het gaat daarbij dus niet om het vruchtgebruik dat uit een testament voortvloeit, maar om het recht van vruchtgebruik op grond van “andere wettelijke rechten”, dus op grond van de wet. De andere wettelijke rechten, komen in een ander artikel aan bod.
Ouderlijk vruchtgenot
Ook moet een onderscheid worden gemaakt met het ouderlijk vruchtgenot. Dat houdt in dat de ouder van een minderjarige vruchten mag genieten van het vermogen van zijn of haar minderjarige kind. Bijvoorbeeld de dividenden van een beleggingsrekening die het kind van zijn grootouders heeft gekregen.
Wanneer twee ouders van een kind uit elkaar zijn en één van hen overlijdt, dan kan het zo zijn dat de vruchten van de erfenis die het kind krijgt, toekomen aan de ex-partner. De ex-partner heeft dan dus recht op de inkomsten uit de erfenis van de ex-echtgenoot. Die krijgt dan dus niet zozeer uit eigen hoofde een vruchtgebruik over de nalatenschap, maar via het kind. Het is mogelijk om dat bij testament uit te sluiten.
Wat als de vruchtgebruiker meer neemt dan hem toekomt?
Ten slotte nog de vraag wat er gebeurt als de vruchtgebruiker zijn of haar verplichtingen niet naar behoren nakomt. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de situatie dat een vruchtgebruiker niet alleen de rente van een bankrekening afhaalt, maar ook het saldo zelf toe-eigent en besteedt. In zo’n geval kan de rechter op verzoek aan de hoofdgerechtigde het beheer toekennen of het vruchtgebruik onder bewind stellen. Op die manier kan er dan weer orde op zaken worden gesteld.
Meer vragen over vruchtgebruik? Advies?
Een notaris kan u adviseren over “de voors en tegens” van een vruchtgebruik in uw situatie. Ook kan deze u adviseren over het al dan niet uitsluiten van het ouderlijk vruchtgenot in uw situatie. Een erfrechtadvocaat kan bijvoorbeeld een rol spelen in de situatie dat het beheer moet worden gevraagd over het vruchtgebruik vermogen dan wel een bewindvoerder daarvoor moet worden aangesteld, omdat de vruchtgebruiker de verplichtingen niet nakomt.