Wanneer wordt een testament “geopend”?
Leestijd: 6 minutenIn Nederland hoor je de uitdrukking ‘openen van een testament’ wel in het dagelijks taalgebruik, hoewel het geen formeel bestaande handeling is. Misschien is het een term die is overgebleven uit het verleden, waarin verzegelde handgeschreven testamenten bij de notaris in bewaring werden gegeven: na het overlijden werd het zegel verbroken en daarmee was het testament ‘geopend’. De notaris maakte dan ook een akte van opening. Of misschien is het een begrip dat via (buitenlandse) films een plaats heeft verworven in de voorstelling die mensen zich maken bij een situatie die zij nog niet hebben meegemaakt: hoe weet ik na het overlijden van een naast familielid wat er in het testament staat?
Hoe dan ook, in de huidige notariële praktijk gaat het anders dan vroeger of in de film. Testamenten worden bijna niet meer in gesloten vorm bij de notaris gedeponeerd, maar als een gewone akte opgemaakt door de notaris. In die zin valt er dus niets meer te openen. En ook bijna nooit wordt het testament echt voorgelezen. De vraag is dus eigenlijk: wanneer worden de erfgenamen geïnformeerd over de inhoud van het testament?
Hoe werkt het dan wel?
Allereerst is het goed te weten dat het initiatief bij de potentiële erfgenamen of bij de executeur ligt en dus niet bij de notaris. De notaris weet immers niet per definitie van het overlijden én weet niet of de overledene later nog bij een andere notaris een testament gemaakt heeft.
Als naast familielid moet u dus zelf aan de bel trekken om te weten of u erfgenaam bent en de afwikkeling van de nalatenschap in gang te zetten. Geen notaris zal ‘vanzelf’ de nalatenschap gaan afhandelen (tenzij hij tot executeur is benoemd en van het overlijden op de hoogte is). Ook niet-familieleden die vermoeden executeur, erfgenaam of legataris te zijn kunnen het initiatief nemen. Mogelijk weet u dat er een testament is en misschien heeft u zelfs een kopie van het testament gelezen. Dat geeft wel richting – er is een testament, maar zegt nog niet dat dat daadwerkelijk het testament is dat geldt. Het laatst gemaakte testament is namelijk bepalend.
Om erachter te komen of er een testament is en wanneer en waar de overledene zijn of haar laatste testament heeft gemaakt, moet het Centraal Testamenten Register (CTR) gecontroleerd worden. Hiervoor kunt u een notaris benaderen. De notaris heeft directe toegang tot het CTR en stelt dan vast óf er een testament is, wanneer dat is opgesteld en welke notaris het gemaakt heeft. U kunt dit ook zelf schriftelijk aanvragen bij het CTR; dat duurt iets langer en hier zijn geen kosten aan verbonden. Een aanvraag bij het CTR kan alleen gedaan worden voor personen die zijn overleden, wat u moet aantonen met een kopie van de akte van overlijden (deze krijgt u meestal van de uitvaartondernemer, of kunt u bij de gemeente opvragen, zie ook de Checklist na overlijden).
De inhoud van het testament is niet bekend bij het CTR. Hiervoor moet u naar een notaris. Dat kan de notaris zijn die het testament gemaakt heeft (of zijn opvolger), of een notaris naar keuze. Die notaris naar keuze benadert dan de notaris die het testament gemaakt heeft en krijgt een afschrift. Nu kan de notaris de erfgenamen informeren over de inhoud van het testament. Dat kan schriftelijk of tijdens een bespreking – zonder echte ‘opening’ is dat dan het moment van bekend worden van de inhoud van het testament.
De notaris mag alleen erfgenamen en andere direct belanghebbenden (zoals een executeur die benoemd is, of een legataris over het legaat) informeren over de inhoud van het testament. Hij moet daarvoor dus eerst vaststellen wie hij moet en mag informeren over het testament. Wie zijn precies de erfgenamen? Als bijvoorbeeld de kinderen van de overledene tot erfgenaam benoemd zijn, zal hij ook onderzoek doen in de Basisregistratie Personen wie de kinderen zijn en of zij nog leven. Heel af en toe duikt daar ook een kind bij op dat onbekend is bij de andere kinderen of is een kind erfgenaam dat vader al tientallen jaren niet meer gezien heeft en waarvan de andere kinderen verwachten dat het niet erft. De notaris mag dus niet alleen afgaan op mededeling van de familieleden die zich bij hem melden.
De notaris zal de erfgenamen volgens het testament informeren. Hij zal zijn best doen de erfgenamen op te sporen, maar hoeft niet de wereld af te zoeken naar een onvindbare erfgenaam. Als hij heeft geconstateerd dat er een onterfd kind is, is juridisch gezien niet duidelijk of hij diegene ook actief moet benaderen om hem daarover te informeren, zodat het kind een beroep kan doen op zijn legitieme portie. Het mag wel volgens een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam uit 2013: dat kind is ook belanghebbende bij het testament. Als u vermoed onterfd te zijn, doet u er dus verstandig aan zelf het initiatief te nemen.
Overigens heeft u als belanghebbende niet per definitie recht op een kopie van het hele testament. Het kan zijn dat u alleen over de voor u relevante passage geïnformeerd mag worden.
Tot slot: als duidelijk is dat u erfgenaam bent, volgt de keuze over aanvaarding, beneficiaire aanvaarding of verwerping. Hierover kunt u meer lezen bij Afwikkeling van de nalatenschap.